kerk panorama

Eerste hulp team

Ontruimingsplan Ichthuskerk

1. Inleiding
Dit ontruimingsplan is bedoeld om na een brandmelding of andere calamiteit de kerkgangers:

  • zo snel mogelijk in veiligheid te brengen oftewel zo snel mogelijk, geordend en goed georganiseerd het kerkgebouw te doen verlaten;
    persoonlijk letsel ten gevolge van een noodsituatie te voorkomen.

Het kerkgebouw bestaat uit een hal/entree, kerkzaal, kerkenraadkamer, kleine vergaderzaal, grote vergaderzaal, dames- en herentoilet, invalidentoilet, keuken, kleine keuken, berghok. Op de 1e etage bevindt zich een kopieerruimte en CV-ruimte.
De kerkzaal biedt, tijdens een kerkdienst, plaats aan maximaal 400 personen. De kerkenraadkamer biedt plaats aan 14 personen. De kleine vergaderzaal biedt plaats aan 40 personen en de grote vergaderzaal aan 80 personen.

Algemene gegevens:
Object: Christelijke Gereformeerde Ichthuskerk ’s-Gravendeel
Adres: Zuid-Voorstraat 26
Plaats: ’s-Gravendeel
Tel: 078 - 673 6123

2. Oorzaken/redenen voor een ontruiming
Enkele voorbeelden van situaties waarvoor het noodzakelijk is om het kerkgebouw te ontruimen zijn:

  • rookontwikkeling in de keuken, de meterkast of CV-ruimte
  • rookontwikkeling door kortsluiting in een elektrisch apparaat
  • een brand in het kerkgebouw
  • een gaslekkage
  • een bommelding
  • bij het onwel worden van een gemeentelid.

Maar denk ook aan een brand of een gaslekkage in directe nabijheid van het kerkgebouw of een ontruiming in opdracht van politie of brandweer.

3. Organisatie
De hiërarchie m.b.t. de verantwoordelijkheid en bestrijding in geval van calamiteiten is als volgt samengesteld:

  • Ouderling van dienst (= ontruimingsleider)
  • Koster van dienst
  • De aanwezige bedrijfshulpverleners en EHBO-ers, in het kerkgebouw (verder te noemen als hulpverleners)

4. Alarmering
Constatering van brand en/of andere calamiteit wordt per direct gemeld aan de ouderling van dienst.
De ouderling van dienst zet de daadwerkelijke ontruiming in gang en meldt de brand en/of andere calamiteit aan de koster en voorganger (predikant, gastpredikant, preeklezer).
De koster van dienst meldt, middels telefoon, de brand en/of andere calamiteit, via de alarmcentrale, aan de brandweer en de politie.

5. Ontruimingsprocedure

  • Bij een constatering van brand en/of andere calamiteit, tijdens een kerkdienst, wordt dit direct gemeld aan de ouderling van dienst (= ontruimingsleider).
  • De ouderling van dienst meldt de brand en/of andere calamiteit aan de koster en voorganger, nadat hij/zij zich op de hoogte heeft gesteld van de situatie. De ouderling van dienst geeft aan de kerkgangers het sein voor ontruimen.
  • De ouderling van dienst verzoekt de kerkgangers het gebouw onmiddellijk te verlaten via de (nood)uitgangen en zich direct of huiswaarts of zich naar de rotonde (Dr. vd Bijlplein) te begeven, zodat geen hinder ontstaat voor de hulpverlenende instanties op de openbare weg en rondom het kerkgebouw gelegen terrein.
  • De kinderen van de crèche of zondagsschool worden door de leiding begeleid naar de rotonde.
  • De koster van dienst meldt de brand en/of andere calamiteit, via het alarmnummer, aan de brandweer en de politie. Het telefoonnummer van de alarmcentrale is 112.
  • De in het kerkgebouw aanwezige hulpverleners begeleiden de kerkgangers en in het bijzonder moeilijk lopende of invalide personen en gewonden naar de uitgangen, zodanig dat alles veilig en ordelijk verloopt.
  • De koster van dienst zorgt voor afsluiting van de technische installaties van het gebouw (indien dit noodzakelijk is om branduitbreiding tegen te gaan):
    • 1. Gas: hoofdkraan bevindt zich in de meterkast naast het invalidentoilet
      2. Elektriciteit: hoofdschakelaar bevindt zich in de meterkast naast het invalidentoilet.
  • De ouderling van dienst wijst een diaken aan tot regelen van verkeer aan de Zuid-Voorstraat.
  • Overige kerkenraadleden en voorganger stellen zich op aan de buitenzijde van het kerkgebouw, bij de (nood)uitgangen voor het verlenen van hulp aan (hulpbehoevende) personen bij het verlaten van het gebouw.
  • In direct gevaar bevindende en/of gewonde personen zullen eerste hulp ontvangen van de dichtstbijzijnde hulpverlener(s).
  • De koster van dienst meldt aan de ouderling van dienst de ontruiming van de kerkzaal, de kerkenraadkamer en overige bijzalen en dat deze zijn gecontroleerd op achterblijvers.
  • Na algehele ontruiming verzamelen de kerkenraadsleden en hulpverleners zich bij de ouderling van dienst. Deze houdt een appèl van alle hulpverleners, waarna hij/zij zijn/haar bevindingen meldt aan de externe hulpdiensten (bevelvoerder brandweer/ politie).

6. Instructies per functie

6a. Instructie ouderling van dienst:

  • De ouderling van dienst meldt de brand en/of andere calamiteit aan de voorganger, nadat deze zich op de hoogte heeft gesteld van de situatie. De ouderling van dienst geeft het sein voor ontruimen.
  • Verzoekt kerkgangers het gebouw onmiddellijk te verlaten via de (nood)uitgangen en zich spoedig huiswaarts te begeven, zodat geen hinder ontstaat voor de hulpverlenende instanties op de openbare weg en rondom het kerkgebouw gelegen terrein. Deelt mede dat een diaken en de leiding van de zondagschool en/of crèche de kinderen naar de rotonde brengen.
  • Geeft opdracht aan één diaken om naar de vergaderzalen (via de nooduitgang van de kerkzaal naar de nooduitgang van de vergaderzaal) te gaan en de leiding van de crèche/ zondagschool te helpen om de kinderen het gebouw te verlaten en te begeleiden naar de rotonde (dr. vd Bijlplein).
  • De ouderling van dienst wijst één diaken aan tot regelen van verkeer aan de Zuid-Voorstraat.
  • Meldt bevindingen, na aankomst, aan de bevelvoerder van de brandweer, politie of ambulancepersoneel en blijft ter beschikking.

Deze melding bevat de volgende punten:

  • grootte van brand/calamiteit;
  • de plaats waar de brand zich bevindt;
  • aantal geschatte aanwezige personen voor de brand of andere calamiteit;
  • wijze van algehele ontruiming;
  • het geschatte aantal nog aanwezige personen in het kerkgebouw.
  • Houdt na algehele ontruiming, appèl van de hulpverleners.

6b. Instructie diakenen:

  • Eén diaken, te herkennen aan een geel hesje, gaat naar de vergaderzalen (via de nooduitgang van de kerkzaal naar de nooduitgang van de vergaderzaal) om de leiding van de crèche/ zondagschool te helpen om de kinderen het gebouw te verlaten en te begeleiden naar de rotonde (Dr. vd Bijlplein).
  • Eén diaken regelt het verkeer aan de Zuid-Voorstraat.

6c. Instructie overige kerkenraadsleden:

  • De overige kerkenraadsleden en voorganger stellen zich op bij de (nood)uitgangen om daar ter plaatse assistentie te verlenen.

6d. Instructie koster van dienst:

  • Meldt brand en/of andere calamiteit aan de brandweer, politie, middels het alarmnummer 112, en geeft melding van de volgende zaken:
    • zijn naam en functie;
    • adres van het kerkgebouw: Zuid-Voorstraat 26, ’s-Gravendeel;
    • wanneer en hoe de brand of calamiteit is ontstaan;
    • aantal geschatte aanwezige personen;
    • voortgang van de ontruiming en of er eventuele gewonden zijn.
  • Verzoekt de aanwezige personen in de kerkenraadkamer en vergaderzalen onmiddellijk het gebouw te verlaten.
  • Assisteert de ouderling van dienst waar nodig.
  • Controleert de kerkzaal, kerkenraadkamer en vergaderzalen op achterblijvers en meldt dit aan de ouderling van dienst.
  • Zorgt voor afsluiting van technische installaties.

6e. Instructie hulpverleners:

  • Begeleiden, na verzoek tot ontruiming door ouderling van dienst, hulpbehoevende personen naar de dichtst bijzijnde (nood)uitgangen voor het verlaten van het gebouw.
  • Verlenen eerste hulp bij direct in gevaar bevindende en/of gewonde personen. Indien personen gewond of in gevaar zijn wordt dit door een andere hulpverlener direct gemeld aan de ouderling van dienst.
  • Trachten de brand met aanwezige blusmiddelen te blussen.
  • Melden aan de ouderling van dienst welke gedeelten van het kerkgebouw zijn ontruimd en blijven beschikbaar voor nadere instructies.
  • Na algehele ontruiming (opnieuw) melden bij de ouderling van dienst op het verzamelpunt, voor het te houden appèl door de ouderling van dienst.

6f. Instructie kerkgangers:

  • Verlaten onmiddellijk, na verzoek tot ontruiming door ouderling van dienst, het kerkgebouw via de dichtstbijzijnde (nood)uitgang. Invalide, mindervalide en bejaarden personen moeten zich kenbaar maken aan de hulpverleners en/of mede kerkgangers voor begeleiding naar de dichtstbijzijnde (nood)uitgang.
  • Volgen instructies op van de hulpverleners en/of hulpverlenende instanties.
  • Begeven zich direct huiswaarts of richting rotonde (Dr. vd Bijlplein), na het verlaten van het kerkgebouw, zodat geen hinder ontstaat voor de hulpverlenende instanties op de openbare weg en rondom het kerkgebouw gelegen terrein en volgen hierbij de instructies op van de diaken van dienst (= verkeersleider, te herkennen aan geel hesje).
  • Kinderen kunnen opgehaald worden bij de rotonde (Dr. Vd Bijlplein) waar zij gebracht zullen worden door de leiding van de crèche/zondagsschool en een diaken. I.v.m. mogelijk gevaar en of veroorzaken van hinder aan de hulpverlenende instanties wordt dringend verzocht om niet zelf uw kind op te halen bij de crèche/zondagschool!
  • De auto’s mogen niet worden verplaatst zonder toestemming van de hulpverleners.

7. Aandachtspunten voor het gedrag bij de ontruiming

  • Voorkom paniek en help elkaar, let op gasten, ouderen, minder validen en kinderen. Een rustige ontruiming gaat sneller dan een wilde ontruiming waarbij iedereen door elkaar heen loopt en men elkaar voor de voeten loopt.
  • Praat zo weinig mogelijk; er is dan meer concentratie en eventuele instructies zijn dan duidelijker te horen. Tassen en andere spullen zoals kleding welke men bij zich heeft in de kerkzaal, moet men bij een ontruiming meenemen. Dit om uitzoeken en vermissing te voorkomen. Verder is het vervelend als men na een ontruiming naar huis wil en dat nog niet kan omdat de auto- of huissleutels nog in de kerk liggen en deze nog niet is vrijgegeven. Echter de jassen aan de kapstokken moeten blijven hangen i.v.m. een snelle ontruiming. De verplaatsbare kapstokken worden in opdracht van een BHV-er naar buiten gereden.

8. Aandachtspunten voor de verzamelplaatsen na de ontruiming

  • De regel is dat de aanwezigen zich of huiswaarts of richting rotonde (Dr. vd Bijlplein) begeven en zich daar verzamelen. De auto’s mogen niet worden verplaatst zonder toestemming van de hulpverleners.
  • De weg moet worden vrijgehouden voor de hulpverleningsdiensten!

9. Coördinatiepunt

  • Tijdens de ontruiming en zo lang daarna als nodig is, is er een coördinatiepunt. Dit bevindt zich op het kerkplein bij het muurtje met de Ichthus vis. De ouderling van dienst en de koster bevinden zich hier.

10. Beheer van het ontruimingsplan

  • Het ontruimingsplan wordt jaarlijks besproken in de commissie administratie en beheer, waarna het indien nodig bijgesteld wordt.
  • Na bijstelling wordt het ontruimingsplan tijdens de kerkenraadsvergadering besproken en vastgesteld.
  • Alle betrokken partijen worden indien nodig over het ontruimingsplan jaarlijks geïnformeerd.
  • Het ontruimingsplan moet concreet zijn en actueel blijven!

Het team bestaat uit de leden:

Esther Barth-Baars                          

Leen den Hartog

Frans Lamping

Jan van der Beek                             

Bas Havelaar 

Tineke Lamping

Jantine van Blitterswijk-den Boer     

Cora Huisman-v.d. Schans     

Jacob van Steenselen

Edwin van der Leeden                      

Rini de Moed                       

Ineke Stooker-Pieffers

Lucia Stoter-Kip

2433